KIJKEN & ZIEN – CONTRAST

Kijken

  • Donker: ’s avonds, als het al behoorlijk donker is, zijn we nog heel goed in staat om contouren en vormen te zien. Je ogen passen zich aan en de oogpupillen staan dan wijd open.
  • Licht: Bij fel licht zien we ook goed. Je oogpupillen verkleinen en temperen zo het licht.
  • Contrast: Mensen kijken selectief. We beschouwen een totaal beeld door ons hoofd te draaien en onze ogen te richten. We scannen als het ware het gehele beeld. Neem nu als voorbeeld een zonsondergang. We kijken eerst naar de lucht en zien de zon, maar ook ieder sluierwolkje. Vervolgens kijken we naar een bosrand. Die staat al in de schaduw. En toch zien we ieder detail. Onze hersenen zijn in staat om het gehele scala aan optische informatie samen te voegen tot één virtueel totaalbeeld. Zo ook van een compleet panorama met hele grote contrastverschillen.

Foto:

Je neemt een foto van dit prachtige panorama en bekijkt de foto naderhand.

  • Donkere tonen: Alles in de schaduw is zwart, geen detail meer te zien. Véél te donker.
  • Lichte tonen: Het licht rondom de ondergaande zon is zo fel dat ineens die mooie sluierwolkjes niet meer zichtbaar zijn. Véél te licht.

Weer zo’n mooi leermoment voor de kunstschilder: Schilder naar gevoel. Probeer het beeld en de sfeer in je op te nemen en schilder datgene wat je ervaren hebt.


Foto: Cameracontrast versus menselijk zicht – Geprobeerd dit te visualiseren

Contrast: Camera - versus menselijk zicht