WEERSPIEGELING – RICHTING

Ik verbaas me steeds weer over de manier waarom een object in het water wordt weerspiegeld. Je blijft fotograferen. Onder het kopje Moodboard – Glans & Gloed vind je voorbeelden.

  • Het is mij opgevallen dat spiegelingen altijd naar jou toe gericht zijn. Ga maar eens, op een luwe dag, naar een haven. Kijk maar eens om je heen.
  • En het is mij ook opgevallen dat ik op foto’s en schilderijen iets anders zie ….. alle weerspiegelingen zijn verticaal onder de objecten te zien.

Kijk, door dergelijke zaken wordt ik getriggerd. Daar moet ik het mijne over weten …..

Voorbeeld 1:

De tekening hiernaast moet een bovenaanzicht voorstellen van een ronde vijver. Rondom de vijver staan hoge palen. Midden in de vijver drijft een roeibootje met daarin de waarnemer. Hij kijkt rondom, 360 graden, en ziet de weerspiegelingen van de palen in het water. De richting van de weerspiegelingen zijn naar het midden, naar de waarnemer. Dat lijkt me logisch en duidelijk.

P.S. aangezien het een bovenaanzicht is kan ik de weerspiegelingen niet intekenen. Immers van bovenaf zie je geen weerspiegelingen. Daarom heb ik een apart tekeningetje toegevoegd van slechts één paal. Zo ziet de waarnemer in de roeiboot de paal en de de bijbehorende weerspiegeling. In dit voorbeeld is het beeld voor iedere paal/weerspiegeling identiek.

Voorbeeld 2

We zien hier een tekening met een bovenaanzicht: Stel, je staat aan de kant van een kanaal. Aan de andere zijde staan, op regelmatige afstanden, vierkante palen.

  • Kijk van links naar recht (lees meer over kijkhoek). Je ziet de weerspiegeling van iedere paal naar je toe gericht. Logisch toch
  • Je ziet van de paal recht tegenover je de voorzijde en de weerspiegelde voorzijde.
  • Je ziet van de palen links van je de voorzijde en de rechterzijde, en dus ook een weerspiegeling hiervan.
  • Je ziet van de palen rechts van je de voorzijde en de linkerzijde, en dus ook de weerspiegeling hiervan.

In het volgende tekeningetje zien we de situatie zoals jij dat ziet.

  • Je staat in het centrum aan de kant van het kanaal. Op regelmatige afstanden zie je vierkante palen.
  • Palen die op een grotere afstand van je staan lijken kleiner (zie: meetkundig perspectief)
  • Van iedere paal is de weerspiegeling naar je toe gericht (immers … zie voorbeeld vijver).
  • Enkel de weerspiegeling van de paal recht tegenover je is uitgelijnd met de hartlijn van de paal.
  • De weerspiegelingen van de palen links en rechts van je zijn niet uitgelijnd met de hartlijn van de paal en staan dus onder een hoek (zoals getekend).
  • Weerspiegelingen lopen taps toe richting de waarnemer. Immers ook dat werkt volgens een perspectief

En wat zien we nu op de foto hieronder ……. alle weerspeigelingen zijn vertikaal onder de objecten geplaatst. Is dat nu niet bijzonder!!!!

Conclusie:

  • Een camera maakt ineens één opname van één projectie. Het beeld wordt ineens geprojecteerd op een chip. Het objectief is zo gemaakt dat vertekening zoveel mogelijk wordt gecorrigeerd.
  • Een mens heeft een beperkte kijkhoek, zeker als het gaat om datgene dat we scherp zien. Als wij aan de waterkant staan dan nemen we de situatie in ons op door ons hoofd te draaien en onze ogen te bewegen. In onze hersenen wordt het totaalbeeld gevormd (zie ook: kijkhoek).

Tja, en wat moeten we als schilder met deze informatie doen? Is het relevant voor de schilderijen die we maken. Die vraag kan ik niet beantwoorden. Dat mag je lekker zelf bepalen. Waar het mij om gaat is dat het voor een kunstschilder enorm belangrijk is om niet allen te kijken maar ook bewust te zijn van wat hij ziet. Schilderen naar voorbeeld van een foto is “tricky”. Volg je gevoel.