MEETKUNDIG PERSPECTIEF

Van driedimensionaal kijken naar schilderen op een plat vlak

Voor de kunstschilder vind ik het onderwerp van het meetkundig perspectief nuttig. Je krijgt inzicht in vorm, verhoudingen en perspectief. Het helpt bij het opzetten van een goede en interessante lay-out. Deze kennis is bruikbaar bij het schilderen van een stadsgezicht, maar ook bij een portret.

De informatie is technisch en meetkundig juist. Maar of wij als mensen met onze visie en onze beeldinterpretatie daar iets aan hebben? Neem nu het perspectief met twee verdwijnpunten. Je staat bijvoorbeeld op een kruispunt. Als mens kunnen we onmogelijk gelijktijdig twee straten inkijken. We kijken er afwisselend naar waarbij we ons hoofd draaien (of onze ogen richten). En zodra we ons hoofd draaien verandert de complete setting en het perspectief van het beeld dat we zien. In het platte vlak maken we daarvan een schilderij met twee verdwijnpunten.

En hoe logisch het ook is om te kijken naar een mooie foto van hoge gebouwen, waarvan alle muren keurig verticaal uitgelijnd zijn …. het is niet wat je als toeschouwer op straat ziet als je omhoog kijkt. In dat kader is het perspectief met drie verdwijnpunten nog het meest realistisch.

Welk nut heeft dit artikel voor de kunstschilder?
Dat mag iedereen zelf bepalen. Het belangrijkste is dat we ons bewust zijn over de manier waarop we als mens kijken en hoe zo’n overweldigend beeld bij ons “binnenkomt”. Ik heb er van geleerd dat ik meer moet schilderen vanuit herinnering, gevoel en sfeer. Ik probeer dan ook mijn foto’s enkel te gebruiken als ondersteuning en reminder.

De wereld door een cameralens of de wereld door een mens gezien?

De volgende tekst trok mijn aandacht. “Foto’s die met een fish-eye-lens gemaakt zijn, trekken al snel de aandacht. Door de extreme perspectiefvertekening ziet het beeld er heel anders uit dan normaal. Wat dichtbij is, wordt reusachtig groot, terwijl alles wat verder weg is, piepklein op de foto komt”. Vanuit het standpunt van de fotograaf bezien lijkt dit juist. Echter, zoals een mens kijkt, kun je hier enige kanttekeningen bij zetten.

Neem maar eens een proefje.
Je zit op de bank in je huiskamer. Je gaat nu de gehele kamer bekijken. Recht voor je, de muur links en de muur rechts, de vloer, de salontafel, het plafond. En wat zien we nu eigenlijk. Precies, alles wat dichtbij is zien we groot en dat wat verder weg is zien we klein. De vloer en het vloerkleed net voor ons zien we goot afgebeeld, de bank waarop je zit is enorm groot, het schilderijtje op de muur voor ons is al kleiner, de muren links en rechts ook.
En wat doen we, als we op deze manier onze huiskamer beschouwen ….we draaien ons hoofd en we richten onze ogen. Dus eigenlijk scannen we de omgeving af (voor ons-links-rechts-onder-boven). En ons brein maakt er een compleet plaatje van. Dat virtuele plaatje zou er feitelijk uit kunnen zien als een soort fish-eye-opname. Dat is de werkelijkheid. Niet voor niets hoor je mensen vaak zeggen “het beeld was werkelijk overweldigend”.

Wij mensen zijn enorm gewend aan het kijken naar “platte & rechthoekige beelden” zoals: tijdschriften, boeken, foto’s, televisie, camera’s, smartphones. We leven in ruimten met verticale en horizontale vlakken/lijnen zoals: huizen met deuren en ramen. Nog even en onze denkbeelden zijn ook rechthoekig!  🙂

A) Meetkundig perspectief met 1 verdwijnpunt en 2 constructies

Dit zouden twee kantoorpanden van gelijke grootte aan een weg kunnen zijn. Feitelijk bestaat de tekening uit twee gekoppelde trapeziums. Om de juiste verhoudingen te bepalen teken je diagonaal twee hulplijnen. Daar waar de lijnen elkaar snijden teken je een verticale lijn. Dit is exact de helft van dit object en in ons voorbeeld de afbakening van de twee kantoorpanden.

Voorbeelden:

B) Meetkundig perspectief met 1 verdwijnpunt en 8 constructies

Als voorbeeld kun je denken aan een rijtje van 8 huizen aan een straatje. Op een identieke manier kun je door middel van een aantal hulplijnen de juiste verhoudingen van de afzonderlijke huizen (objecten) bepalen. Je past deze methode ook toe bij het tekenen van een gebouw met meerdere ramen.

C) Meetkundig perspectief met 2 verdwijnpunten

Bij het tekenen van een stadsgezicht krijgen we al snel te maken met het weergeven van gebouwen in perspectief. In werkelijkheid kijken we naar de twee verdwijnpunten, het einde van de twee straatjes, door ons hoofd te draaien. In het platte vlak ontstaat een tekening met twee verdwijnpunten.

Voorbeelden:

D) Meetkundig perspectief met 3 verdwijnpunten

Dit beeld toont bij benadering hoe wij als mensen waarnemen. Als je foto’s maakt tijdens een stadswandeling dan zie je achteraf dat er vrijwel geen muur is die mooi recht  staat. We hebben het dan over de vertekening van een camera. Je ziet het effect vooral bij een groothoeklens, dus zonder in te zoomen. Een fotograaf zal proberen dit alles mooi recht uit te lijnen.

Een containerschip vanaf de brug gezien. Alle hulplijnen komen samen in één verdwijnpunt. Dat ligt net boven de horizon. Kun je nagaan hoe gigantisch hoog de brug van dit schip is.

Perspectief met één verdwijnpunt en meerdere constructies. Met verticale hulplijnen en diagonalen bepaal ik het midden.

Vanaf “de tekentafel”. Alles keurig uitgelijnd met twee verdwijnpunten. Dit ziet er natuurlijk uit, maar is niet zoals wij mensen dat zien.

Een totaalbeeld of visie zoals wij mensen de omgeving beschouwen door ons hoofd te draaien en om ons heen te kijken. In ons brein vormt zich een totaalplaatje.