ROOTS- FAMILIE VAN LAKSTOKERS EN SCHILDERS

Ik stam af van een familie van verfmakers, lakstokers en een enkele kunstschilder.

Mijn opa Pieter van Leverink en mijn oom Jaap van Leverink waren fervente verfmakers en lakstokers. Ze waren compagnon en bedreven, samen met hun familie Kool, een  verffabriek in Medemblik waar volgens authentieke wijze lakken werden gestookt.

Tot in het laatst van de negentiende eeuw bleven de schilders in de stille wintermaanden zelf hun verf en lakken maken. Dit gebeurde volgens geheime recepten die van vader op zoon gingen. Tot de vaste componenten behoorden pigmenten, lijnolie en gomterpentijn. De wrijfsteen was een onmisbaar attribuut in iedere schilderswerkplaats, later gevolgd door de potmolen. Vernissen werden oorspronkelijk ook door schilders zelf gestookt door in turfvuur hars en copal/kopal te smelten.  Lees meer … Omstreeks 1850 kwam in dit laatste een kentering toen een groepje schilders zich gezamenlijk ging toeleggen op het stoken van vernis. Zo ook de firma Kool & Co te Medemblik.

Pieter van Leverink werd vervolgens vertegenwoordiger van lakken en verven van de verffabrikant Pieter Schoen uit de Zaanstreek. Pieter Schoen begon in 1722 met het malen van pigmenten in de molen ‘DE GEKROONDE SCHOEN’ te Westzaan. De firma Pieter Schoen & Zoon was één van die bedrijven die in het begin van de 18e eeuw aardpigmenten commercieel begonnen te exploiteren. Pieter Schoen verhandelde droge verfstoffen die zij uit alle delen van de wereld importeerde. Ze maalden de producten zoals verfhout, krijt, pijpaarde, geeloker, marmer, curcuma, houtskoolpoeder, blauwsteen, tot bruikbare pigmenten waarmee de schilders zelf hun verf bereidden.

Pieter Schoen begon in 1918 met het produceren van chemisch samengestelde pigmenten zoals chromaatgeel, Berlijns blauw, chromaatgroen en litholrood. In 1919 ging men er toe over de benodigde bindmiddelen voor de verffabricage en vernissen (binnen- en buitenlak, jachtlak) zelf te stoken. Sinds 1933 werden in deze fabriek ook synthetische harsen vervaardigd, niet alleen voor eigen gebruik ter vervanging van de klassieke olie-bindmiddelen, maar ook voor de verkoop aan derden.  Hiermee was Pieter Schoen de eerste Nederlandse verfindustrie die zelf haar kunstharsen vervaardigde; een situatie die vele jaren gehandhaafd bleef.

Kopal/copal is een halfgefossiliseerde hars die voorkomt in de meeste tropische landen. Kopal/copal wordt in verf gebruikt, die dan copaline wordt genoemd en is nog steeds te koop bij Verfmolen De Kat – onder de naam Kopal Manilla

Hieronder vind je foto’s uit ons familie-archief.

Mijn opa van moeders zijde, Pieter van Leverink

Het vak van lakstoken. Lak werd gestookt met ondermeer Kopal (ook wel copal of kopaal).

Pieter voor de lakstokerij. Met alle respect, het ziet er allemaal nogal provisorisch uit.

De voorzijde van de verffabriek van Kool&Co te Medemblik aan de Westzijde van de haven.